In onze vorige blog bespraken we de aanstaande veranderingen in de handhaving van de Wet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties) en de algemene gevolgen daarvan voor ZZP'ers. Vanaf 1 januari 2025 wordt deze wet actief gehandhaafd, te beginnen bij de Rijksoverheid en grote organisaties.
Deze ontwikkeling heeft verstrekkende gevolgen, niet alleen voor zelfstandigen maar ook voor opdrachtgevers. De overheid, als een van de grootste opdrachtgevers van ZZP'ers, staat voor een bijzondere uitdaging op het gebied van externe inhuur.
De aanpak van de overheid wordt nauwlettend in de gaten gehouden door de rest van Nederland. Als grootste werkgever van het land en met haar inherente voorbeeldfunctie, zet de overheid de toon voor hoe organisaties omgaan met de inhuur van ZZP'ers. De keuzes die nu gemaakt worden, kunnen gevolgen hebben voor de hele arbeidsmarkt. In deze blog zoomen we daarom in op het veranderende inhuurbeleid van de overheid en de implicaties daarvan.
Kern van het nieuwe beleid: Risicovermijding leidt tot radicale maatregelen
De essentie van het nieuwe inhuurbeleid van de overheid is gericht op het volledig elimineren van risico's die gepaard gaan met de inhuur van ZZP'ers. Hoewel het tegengaan van schijnzelfstandigheid een belangrijk doel is, gaat de overheid een stap verder door alle mogelijke risico's uit te sluiten.
Schijnzelfstandigheid, waarbij iemand formeel als ZZP'er werkt maar in de praktijk als werknemer functioneert, vormt slechts één aspect van de zorgen. De overheid heeft geconcludeerd dat zelfs de tot nu toe gebruikte oplossingen, zoals modelovereenkomsten, te risicovol zijn gebleken.
Waarom worden deze bestaande oplossingen als risicovol beschouwd? Er zijn verschillende redenen:
- Juridische onzekerheid: Ondanks modelovereenkomsten blijft er onduidelijkheid over de precieze interpretatie van de arbeidsrelatie. Recente rechtspraak heeft aangetoond dat de feitelijke uitvoering van het werk zwaarder weegt dan de papieren afspraken.
- Handhavingsproblematiek: Het is in de praktijk lastig gebleken om effectief te controleren of de afspraken in modelovereenkomsten daadwerkelijk worden nageleefd.
- Veranderende wetgeving: De continue ontwikkeling van arbeidswetgeving maakt het moeilijk om langdurige zekerheid te bieden met bestaande constructies.
- Politieke gevoeligheid: De overheid wil als werkgever een voorbeeldfunctie vervullen en kan zich geen misstappen veroorloven op het gebied van arbeidsverhoudingen.
Als gevolg hiervan nemen meerdere ministeries een drastische maatregel: alle inhuurovereenkomsten met (indirecte) ZZP'ers worden uiterlijk op 31 december 2024 beëindigd. Deze rigoureuze aanpak is bedoeld om juridische, financiële en politieke risico's volledig te vermijden.
Dit betekent in de praktijk dat de overheid kiest voor een 'zero tolerance' beleid ten aanzien van ZZP-inhuur. In plaats van te proberen bestaande constructies aan te passen of nieuwe vormen van samenwerking met ZZP'ers te ontwikkelen, wordt gekozen voor een volledige stopzetting van deze vorm van inhuur.
Deze benadering heeft verstrekkende gevolgen, niet alleen voor de ZZP'ers die momenteel voor de overheid werken, maar ook voor overheidsorganisaties die afhankelijk zijn van externe expertise. Het roept vragen op over hoe de overheid in de toekomst toegang zal krijgen tot gespecialiseerde kennis en vaardigheden die vaak door ZZP'ers worden geleverd.
Mogelijke gevolgen en reacties op het zero tolerance beleid
Het is belangrijk om de effecten van dit nieuwe, strenge beleid in de gaten te houden, want deze kunnen ook gevolgen hebben voor de bredere arbeidsmarkt:
- Precedentwerking: Als het zero tolerance beleid van de overheid succesvol blijkt in het elimineren van risico's en juridische complicaties, is het denkbaar dat andere grote organisaties dit voorbeeld zullen volgen. Dit zou kunnen leiden tot een domino-effect waarbij steeds meer sectoren afzien van ZZP-inhuur.
- Tegenreactie en heroverweging: Aan de andere kant is het ook mogelijk dat de overheid op termijn gedwongen wordt haar standpunt te heroverwegen. Dit zou kunnen gebeuren als blijkt dat het volledig afzien van ZZP-inhuur leidt tot een significant verlies aan expertise of flexibiliteit, of als het de uitvoering van belangrijke overheidstaken belemmert.
- Innovatie in arbeidsrelaties: De drastische maatregel zou kunnen leiden tot nieuwe, innovatieve vormen van samenwerking tussen organisaties en zelfstandige professionals. Er zouden alternatieve constructies kunnen ontstaan die wel voldoen aan de strenge eisen van de wetgever. Zo zetten wij in op maximale flexibiliteit met onze flexlance constrsuctie.
- Verschuiving in de arbeidsmarkt: We zouden een verschuiving kunnen zien waarbij meer professionals kiezen voor vaste dienstverbanden, of juist een toename in het aantal detacheringsbureaus en tussenpartijen die de kloof tussen opdrachtgevers en ZZP'ers proberen te overbruggen.
- Politieke en maatschappelijke discussie: Het zero tolerance beleid zou een bredere discussie kunnen aanwakkeren over de plaats van ZZP'ers in onze economie en de balans tussen flexibiliteit en zekerheid op de arbeidsmarkt.
Wij monitoren de situatie en volgen de ontwikkelingen nauwlettend. De ervaringen van de overheid met dit nieuwe beleid zullen ongetwijfeld waardevolle inzichten opleveren voor andere organisaties en beleidsmakers. Of het beleid standhoudt of dat er op termijn aanpassingen nodig zijn, zal de tijd moeten uitwijzen.
Waarom 'slimme constructies' niet werken
In de zoektocht naar oplossingen proberen sommige ZZP'ers en opdrachtgevers creatieve constructies te bedenken om de nieuwe regels te omzeilen. Echter, deze 'trucjes' bieden geen uitkomst en kunnen zelfs risico's met zich meebrengen. Laten we enkele veelvoorkomende misvattingen onder de loep nemen:
- DGA-constructie: Sommige ZZP'ers denken dat ze de dans kunnen ontspringen door zich als Directeur-Grootaandeelhouder (DGA) van hun eigen BV te presenteren. Helaas biedt dit geen soelaas. De Wet DBA kijkt namelijk naar de feitelijke arbeidsrelatie, niet naar de juridische constructie. Ook een DGA kan dus als schijnzelfstandige worden aangemerkt als de werkzaamheden in de praktijk lijken op een dienstverband.
- Modelovereenkomsten: Hoewel modelovereenkomsten in het verleden vaak werden gezien als een veilige haven, bieden ze geen garantie meer. De Hoge Raad heeft duidelijk gemaakt dat niet de papieren werkelijkheid, maar de dagelijkse praktijk leidend is. Een modelovereenkomst die stelt dat iemand zelfstandig is, terwijl de werkzaamheden wijzen op een dienstverband, zal dus niet standhouden bij een controle.
- Declarabele Uren BV (DUBV): Deze constructie, waarbij ZZP'ers via een speciale BV worden ingehuurd, biedt geen zekerheid tegen de kwalificatie als schijnzelfstandige. De overheid accepteert deze werkwijze dan ook niet als oplossing.
- Korte contracten of meerdere opdrachtgevers: Sommigen denken dat het hebben van meerdere korte contracten of verschillende opdrachtgevers automatisch leidt tot de status van zelfstandige. Hoewel dit factoren zijn die meegewogen kunnen worden, zijn ze op zichzelf niet doorslaggevend. De Belastingdienst kijkt naar het totaalbeeld van de arbeidsrelatie.
Het is belangrijk te begrijpen dat de Belastingdienst en de rechterlijke macht kijken naar de feitelijke situatie. Geen enkele papieren constructie kan een schijnzelfstandige situatie maskeren als de dagelijkse realiteit anders is.
Wat mag wel?
Voor ZZP'ers die hun samenwerking met de overheid willen voortzetten schrijft de overheid twee hoofdroutes voor:
- Verambtelijking: ZZP'ers kunnen solliciteren op opengestelde vacatures binnen de overheid. Opdrachtgevers werken vaak ook mee aan het opstellen van een nieuwe vacature voor jouw rol.
- In loondienst bij een (toe)leverancier: ZZP'ers kunnen ervoor kiezen om in dienst te treden bij een leverancier die diensten verleent aan de overheid. Let hierbij op dat de leverancier een gegunde partij moet zijn in een raamovereenkomst met de overheid. Alleen leveranciers die officieel zijn geselecteerd en gecontracteerd door de overheid mogen externe professionals leveren.
Beide opties betekenen wel dat de ZZP'er zijn zelfstandige status opgeeft en een arbeidsovereenkomst aangaat. Dit heeft in de meeste gevallen ook financiële consequenties voor de ZZP'er.
Wat als deze opties niet passen?
Voor ZZP'ers die hun zelfstandigheid willen behouden maar toch voor de overheid willen blijven werken, lijken de opties beperkt. Toch zijn er innovatieve oplossingen in ontwikkeling die het beste van twee werelden proberen te combineren.
Flexlance: Flexibele oplossing voor de toekomst
Gezien de complexiteit van de nieuwe regelgeving en de behoefte aan flexibiliteit, hebben wij een alternatief concept ontwikkeld: Flexlance.
Met deze samenwerkingsvorm blijf je flexibel in de keuze voor opdrachtgevers en tegelijkertijd krijg je meer zekerheid met een basisvergoeding. Hierbovenop ontvang je een percentage van jouw uurtarief bij de klant als aanvullende vergoeding, plus mooie secundaire benefits. Hiermee combineren we het beste van twee werelden tegen attractievere voorwaarden dan verambtelijking of reguliere loondienst.
Flexlance biedt onder andere:
- Financiële zekerheid door een basissalaris
- De mogelijkheid om 75% van het uurtarief als extra vergoeding te ontvangen
- Toegang tot een uitgebreid netwerk voor nieuwe opdrachten
- Vereenvoudigde administratie
- Lidmaatschap van een professionele community
Deze innovatieve aanpak kan een uitkomst bieden voor ZZP'ers die hun expertise willen blijven inzetten voor overheidsprojecten, zonder de onzekerheid die de nieuwe wetgeving met zich meebrengt. Flexlance is juridisch getoetst en wordt geaccepteerd. Omdat je in dienstverband bij de leverancier is de Wet DBA niet toepasbaar.
Op onze site kan je een proefberekening maken en kijken of flexlance bij jouw behoeften past.
Hoe nu verder?
Het aangescherpte inhuurbeleid van de overheid brengt grote veranderingen met zich mee voor ZZP'ers. Hoewel de traditionele inhuurconstructies verdwijnen en 'slimme trucjes' geen uitkomst bieden, ontstaan er nieuwe mogelijkheden. Of je nu kiest voor verambtelijking, in dienst treden bij een leverancier, of een flexibele oplossing zoals flexlance, het is belangrijk om tijdig actie te ondernemen.
Wij verwachten dat we in ieder geval tot 2026 met dit nieuwe beleid te maken zullen hebben. Het is daarom cruciaal om je tijdig voor te bereiden op deze verandering. Overweeg je opties zorgvuldig en ga in gesprek met je huidige opdrachtgevers binnen de overheid. Zo kun je een weloverwogen beslissing nemen over je professionele toekomst, terwijl je voldoet aan de wetgeving.
Wil je meer weten te weten komen over de wetgeving, inhuurbeleid of flexlance? Plan dan een vrijblijvend kennismakingsgesprek in of stuur een mail naar r.vlassak@interface-ict.nl.